Hand- en pols chirurgie

Duimbasis slijtage

Wat is duimbasis slijtage?

Slijtage van de duim betekent dat het kraakbeenlaagje dat in een gewricht zit en ervoor zorgt dat botten goed kunnen scharnieren, beschadigd is. Hierdoor schuurt bot tegen bot, ontstaan haakjes en scherpe randen en dit geeft zwelling van het gewrichtskapsel en pijn klachten.

Waarom de ene persoon wel slijtage krijgt en de ander niet, is niet bekend. Het duimbasis gewricht is wel één van de meest belaste gewrichten van de hand. Deze aandoening komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Mogelijk speelt het slapper zijn van de banden bij vrouwen hierbij een rol.

De meest voorkomende klacht bij een duimbasis slijtage is een scherpe pijn in het gebied van de duimmuis bij bijvoorbeeld het optillen van een kopje of het omslaan van een bladzijde. Daarnaast kan er ook sprake zijn van een zeurende pijn, vaak na het doen van zware activiteiten. Of u duimbasis slijtage heeft, is te zien op een röntgenfoto van de hand.

Behandeling van duimbasis slijtage

Het kraakbeen is niet te herstellen, maar er zijn wel behandelingen gericht op het dragelijk maken van de pijn.

We beginnen met spalktherapie. Vaak kan een aangepaste duimspalk al voldoende pijnstillend werken. Deze duimspalk hoeft u niet de hele dag te dragen, maar juist bij die activiteiten die pijnlijk zijn of die aan het einde van de dag pijn geven.

Mocht de spalk onvoldoende pijnstillend helpen, dan is de volgende stap vaak een operatie. Hierbij wordt het botje (trapezium) verwijderd zodat de botten waar het kraakbeen van verdwenen is, niet meer tegen elkaar kunnen schuren. Het voornaamste doel van de ingreep is vermindering van de pijn. Daarnaast behoudt u na deze ingreep de beweeglijkheid van uw duim.

In sommige gevallen kan het beter zijn om het duimgewricht vast te zetten (artrodese).

Hoe verloopt de operatie?

De ingreep vindt plaats onder een blokverdoving van de arm of narcose in dagbehandeling. Tijdens de ingreep heeft u een strak opgeblazen bloedleegte band om uw bovenarm zodat in het operatie gebied alles goed zichtbaar is. U krijgt een incisie (sneetje) aan de rand van uw duimmuis. Vervolgens wordt de spier opzij gehouden en wordt het gewricht opengemaakt. Na identificatie van het trapeziumbotje onder doorlichting op de operatiekamer wordt dit botje in stukjes verwijderd.

Omdat het rondom vastzit met allemaal bandjes, kan het er niet in zijn geheel uitgetild worden. Hierna wordt via een kleine incisie (sneetje) op uw onderarm en met een peestangetje een stukje van de polsbuigpees (de FCR :flexor carpi radialis) onderhuids losgemaakt. Deze wordt gebruikt om de holte, die is ontstaan na het verwijderen van het trapeziumbotje, op te vullen en het gewrichtskapsel te verstevigen. Alle lagen worden onderhuids weer gesloten. De huid op de onderarm wordt gesloten met oplosbare hechtingen. De huid van de duimmuis wordt met niet oplosbare hechtingen gesloten. De hechtingen worden na 8-10 dagen poliklinisch verwijderd. U krijgt een drukverband, een gipsspalk en een mitella.

Aanwijzingen na de operatie

Houd er rekening mee dat een trapezectomie over het algemeen de eerste dagen een pijnlijke ingreep is. Plan dus rust in. Belangrijk is om uw hand hoog te houden op een kussen of met de mitella, om zwelling tegen te gaan. Zwelling geeft pijn en stijfheid. De gipsspalk die u op de operatiedag heeft gekregen, wordt na 5-7 dagen vervangen. Meestal is de zwelling dan afgenomen en zit de spalk te wijd. De spalk moet u in totaal 6 weken dag en nacht dragen (ook tijdens het douchen). De spalk mag alleen af onder begeleiding van uw handtherapeut voor het doen van oefeningen. Na 6 weken krijgt u een kortere spalk en mag u langzaam uw hand meer gaan gebruiken.

Bovenstaande betekent niet dat u 6 weken niets met uw hand mag doen. De spalk beschermt uw duim, maar voorkomt zwelling.

Vraag hier uw consult aan*

* Bij verwijzing van uw huisarts worden de kosten door uw verzekeraar vergoed. Betreft het een consult zonder verwijzing, bedragen de kosten € 115,00.

BEL DIRECT